Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 03-06-2024

mag ik dat zo zeggen?

betekenis & definitie

(1989) (cliché) om goedkeuring te vragen over iets dat men zojuist gezegd heeft. Ook kenmerkende afsluiter van sportjournalist Mart Smeets.

• Maar in de nacht dat ik 'biologieles' gaf, zo noemde Multatull het - ik kom nog uitgebreid over hem te spreken, dokter - gewerd mij een dochter. Mag ik dat zo zeggen, dokter. Het zijn m'n eigen woorden... (Het Parool, 15/09/1989)
• Voordat je het weet is die Smeets ‘die dikke brombeer’, mag ik dat zo zeggen, ja, dat mag ik zo zeggen. (HP/ De Tijd, 03/07/2009)
• ‘Jij: mag ik / dat zo zeggen of moet het devoot en wie vraagt / dat van mij als ik de laatste ben die tegen je praat.’ (Liter. Jaargang 20. 2017)

< >