Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 22-01-2023

maak je niet dik, dun is de mode

betekenis & definitie

(19e eeuw) (sch.) maak je niet boos; wind je niet op. Zich dik maken in de zin van `zich boos maken' treffen we al aan bij Harrebomée. In de 17de eeuw kende men gelijkbeduidend zich groot maken. Vgl. doe niet zo dik.

• (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Spr. Maakt u niet dik, want dun (of smal) is de mode, zegt men schertsend tot iemand die gram wordt. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1899)
• Maak jij je niet zoo dik! ... dun is de mode! (Israël Querido: Levensgang, 1901)
• Van iemand, die een hooge borst zet wordt gezegd: Maak tieg neet dik, dun is de mode. (C. Breuls: Vademecum handelend over Maastrichtsch dialect. 1914)
• Maak je niet dik, dun is de mode. (Harry Mulisch: De verteller, 1970)
• Albert, hou je taai kerel. Maak je niet dik. Dun is de mode. (Margaretha Ferguson: Elias in Batavia en Jakarta. 1977)
• ‘Maak je niet dik, dun is de mode,’ zegt Suze, terwijl ze zich heeft omgedraaid om niet langer tegen de tronie van de man aan te hoeven kijken. (Bert Hiddema: Scheuren in het asfalt. 1985)
• 'Maak je niet dik,' zeg ik, 'dun is de mode.' (Heere Heeresma: Een jongen uit plan Zuid. 2005)
• Van Aaltje had ze meermalen het advies gekregen: maak je niet dik, kind, dun is de mode. (Ben Haveman: Alles voor de dakgoot. 2011)

< >