Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 09-12-2020

lupper

betekenis & definitie

(1990) (politie) iemand die een valse of fopmelding geeft. Zie ook luppen* en lupkut*.

• Al te vaak krijgt de meldkamer te maken met een valse melding van een 'grappige' burger; in Den Haag noemt men dit een 'fopper', in Amsterdam een 'lupper', van het bargoense 'luppen'. (Leo Van Heijningen: Politietaal. 1990)

< >