(17e eeuw) (epon.) lekkerbek, smulpaap, gourmet. Verwijst naar de Romeinse bevelhebber en staatsman die van 109-57 v. C. leefde. Zijn liefde voor spijs en drank was vermaard.
• 't Gerecht bestaat niet in Lucullus gulzigheidt. (Jan Vos: Alle de gedichten. Deel 1. 1662)
• Het verwondert mij, dat het speculerend gedeelte der faculteit nog niet op de gedachte gekomen is, om met deze pharmacomanie der beschaafde wereld zijn voordeel te doen, en onze Lucullussen te beduiden, dat in een' goeden wijnkelder ook een voorraad van spiritualia en gedistilleerde wateren uit de Apotheek behoort. Maar wat zeg ik, onze Lucullussen? (Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821)
• Lucullus, een rijke lekkerbek, naar Lucius Licinius Lucullus, een Romeinsch veldheer, † 57 v.C., beroemd om zijn rijkdom en zijn schitterende maaltijden, die spreekwoordelijk zijn geworden. Intusschen leefde Lucullus toch niet alleen ten behoeve zijner maag, maar liet ook den roem na van beroemd krijgsoverste, en van beoefenaar der wijsbegeerte en der geschiedenis. Bovendien zocht hij den omgang met schilders en beeldhouwers, geleerden en dichters en had een prachtige kunstverzameling. Hem komt de verdienste toe, den kersenboom uit Cerasus naar Italië te hebben overgebracht. Zóó iemand heeft niet alleen voor zijn buik geleefd, zooals de traditie zou willen doen gelooven. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Ik vergat u te zeggen, dat de tafel met een spierwit laken gedekt was en daarop een mild ontbijt stond, en dat de lamp, die met een lange koord aan den dikken zolderbalk was vastgemaakt, dit Lucullus-maal bestraalde. (August Snieders: Werken. Deel 6. Waar is de vader? 1925)
• Jij slokt 't leven nu met tegenzin op, kieskauwerig neem je de beten in je mond, 't eten vind je 'n vervelende taak, en daarom bekomt 't je ook niet goed, 't bezwaart je... je hebt geen eetlust, laat ik liever zeggen: geen eetwil, en daarom ook geen goede digestie. Maar ik zal je tot 'n fijnproever maken, 'n Lucullus, 'n gourmet! (Jeanne Reyneke van Stuwe: Van vrouwenleven. Deel 5. De onbluschbare vlam. 1925)