(1949) (inf.) vlot verlopen. Syn.: draaien (lopen) als een lier; als een tierelier*; als een tiet*.
• .... en schuin daarachter „Willem", met Gent, de heer De Rijk, 'chef d'équipe, een half oog op de blokband, die volgens hem loopt als een naaimachine. (Het Parool, 26/01/1949)
• Nanne Bekkema schakelde om op de motor branche en in 1950 startte hij een autosloperij in Apeldoorn. Met pijn in het hart...
Bekkema: „Motorren meneer, dat haalt 't niet bij stoom. Er zit geen leven in — alleen een heleboel lawaai. Een mooie stoommachine heeft eigenlijk veel meer allure. Stoom hoor je bijna niet — het loopt als een naaimachine. (Niuwsblad van het Noorden, 29/03/1975)
• (Freek Andriesse & Hans Meulenbroek: Motortaal. Zakwoordenboek voor de motorrijder. 1993)
• Het liep allemaal zo vredig en doelmatig als een naaimachine, waaruit weer eens blijkt dat in vergelijking met de Patriciër van Ankh, Macchiavelli nog geen mosselkraampje had kunnen drijven. (Terry Pratchett: De plaagzusters. 2011)
