(1813) (< Eng. lilliputian) (epon.) klein, onbeduidend persoon. Eigenlijk: iemand uit Lilliput, het denkbeeldige eiland uit ‘Gulliver’s Travels’ (voor het eerst gepubliceerd in 1726, herzien in 1735) van de Ierse prozaschrijver en dichter Jonathan Swift (1667-1745). De bewoners van Lilliput zijn vijftien centimeter lang. In het Engels wordt ‘lilliputiuan’ ook gebruikt als bijvoeglijk naamwoord voor: piepklein; nietig; triviaal.
• Over het geheel wordt de verhevene Schrijver van Genesis even als een schooljongen door den Heer ballenstedt gehekeld, waarover men verontwaardigd zou wezen, indien het niet bespottelijk ware, een' Lilliputter tegen een' reus te zien schermen! (Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1820)
• Maar wij hebben de wereld, die wij uit de globe kenden, met nog vele onbekende eilanden en met nog zonderlinger reuzen en dwergen bevolkt; wij hebben ons vermaakt met den Lilliputter, dien de reus gulliver op de hand nam, en van het onkiesche, dat er hier en daar, althans in de reis naar de Houyhnhms, verscholen lag, hebt gij, mijn Lezer! hoop ik, even weinig begrepen als ik het toen deed. (De Gids. Jaargang 3. 1839)
• Lilliputter wordt wel gebruikt voor. de aanduiding van een bijzonder klein persoon, zaak of voorwerp. De naam is ontleend aan het werk ,Gullivers Reizen’ van Jonathan Swift, waarin Lilliput een land is, waarvan de bewoners slechts enige duimen groot zijn en hun gebruiksvoorwerpen navenant. (C. Hofmann: Naamgevers: een keuze van woorden met historische betekenis. 1949)
• De bewoners zijn niet groter dan een paar duim.Wij haalden onzen wimpel naar beneden, braken de Olympische Pyramide af en dronken koffie, gezeten rond de gigantische tafel, en zagen er uit als een troepje onvolwassen Lilliputters, verdwaald in het Reuzengebergte. (Willem W. Waterman, Wie zei dat je in dezen tijd niet kon lachen? 1944) Altijd waren het lilliputters en gnomen die wat van haar wilden. (W.F. Hermans, Au pair, 1989)
• De enige reactie die u, Kok en Van Mierlo op de juistheid van mijn brochure weten te bedenken, is mij te straffen door me te verbieden mee te gaan en mij opnieuw financieel te duperen, zoals de staat nu al sinds 1956 permanent Berufsverboten broodnijd heeft toegepast, in strijd met mijn rechten. Een redelijk woord van u zou voldoende zijn geweest bij deze politieke lilliputters om mij mee te nemen naar Jakarta. (Willem Oltmans: Mijn vriendin Beatrix. 1999)
• Tegelijkertijd cultiveert het Westen een stuitende blindheid voor de metamorfose van Hamas. Nu het door Rusland, China, het neo-Ottomaanse Turkije van Erdogan en het Iran van de ayatollahs wordt gecoacht, zo niet bewapend, is het niet langer een barbaarse lilliputter. (De Standaard, 29/03/2024)
