Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 26-04-2022

leven als een luis op een zeer hoofd

betekenis & definitie

(1909) (inf.) heerlijk, onbezorgd leventje.

• Hij was bij Arie zooveel als de hootemetoot (een, die overal voor zorgt) en vaak was ’t geen ledebreken (zwaar werk), maar dat hij er, zooals sommigen meenden, een leventje had als een luis op een zeer hoofd, was wat overdreven, want in den zomer was 't vroeg dag: Arie was een vroegspook (een, die vroeg opstaat) en menig stoere (zware) dag, als hij uren aan een in 't mad stond (aan 't maaien was), had hij achter den rug, maar hij wist, dat zijn werk werd gewaardeerd. (J. De Vries: Westfriesche woorden. 1909)
• Een leventje hebben als een luis op een zeer hoofd. Een goed leven hebben. (Spreekwoorden en spreekwoordelijke uitdrukkingen, voornamelijk uit Goeree en Overflakkee. In: De Nieuwe Taalgids. Jaargang 13. 1919)
• leven. Een leventje hebben als een luisie op een zeer hofie, een best leven. (A. Beets: Leidse woorden en uitdrukkingen. In: Leids Volksleven. 1954)
• Hij heeft 'n leventje as 'n luis op 'n zeer houfd (hij komt heel gemakkelijk aan z'n kost). (H. Langedijk: Hé is dat Westfries? 1963)
• Natuurlijk hadden zich al velen vóór hem in de moraaltheologie geroerd, er waren zelfs stromingen ontstaan: die der rigoristen en laxisten, der probabilisten en probabilioristen... het kon niet missen, Alfonsus voelde zich daarin als een luis op een zeer hoofd. (Maatstaf. Jaargang 24. 1976)
• "Hij heeft een leven als een luis op een zeer hoofd." Dat zegt men van iemand die alles heeft wat zijn hartje begeert. (Eveline Fredericks: Lieve en minder lieve beestjes om ons heen. 2011)
• Mevrouw, heb ik niet een leven als een luis op een zeer hoofd? (Frans Pointl: Rijke mensen hebben moeilijke maten. 2013)
• Die hebben een leven als een luis op een zeer hoofd. (Lisette Lewin: Een doek over de spiegel: verhalen. 2015)

< >