Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 22-11-2020

lange halen gauw thuis

betekenis & definitie

(1940) (ook: lange halen snel thuis) (inf.) gezegd van iets dat erg snel en oppervlakkig gedaan wordt. Vnl. in de sport (voetbal) een erg populaire uitdrukking.

• De groenwitte pijpenstadbewoners maakten geen grootschen indruk. Lange halen gauw thuis is het parool en we gelooven dan ook niet dat G.S.V. voor goed op de bovenste plaats zetelt. (De residentiebode, 18/11/1940)
• „In het verleden", zegt hij, „werd er te veel rekening gehouden met het publiek. De mensen kennen hier maar één tendens: lange halen, gauw thuis. Je hoeft hier maar twee keer een bal terug te spelen of het publiek schreeuwt: naar voren! (De Telegraaf, 25/01/1974)
• Met types als Willaarts of Van Loen in de spits kan je makkelijker het lange-halen-gauw-thuis-spel spelen. Zulke spelers hebben wij nu gewoon niet voorin lopen. (Nieuwe Revu, 16/09/1998)
• Ze hebben duidelijk de twaalfde man achter zich staan, dat gekraakte schot was natuurlijk een fraai staaltje betonvoetbal. Daarna was het vooral lange halen, snel thuis. Zonde van die mispeer en wat een draak van een wedstrijd. (Jaap Bartelds: Het ABC van de Nederlandse gezelligheid. 2015)
• Zijn haar was geel en opgeschoren. Het was geknipt zoals je gekken knipt. Maakt het uit. Lange halen snel thuis. (Nico Dijkshoorn: Ooit gelukkig. 2019)

< >