Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 06-02-2024

labberdaan

betekenis & definitie

1) (1965) (inf.) iemand uit de lagere volksklasse; iemand die tot het plebs behoort; werkman. In deze betekenis enkel in het werk van de Nederlandse striptekenaar Marten Toonder (1912-2005). Labberdaan is ook een gezouten kabeljauw, van weinig waarde.

• (Marten Toonder: De Labberdaan. 1965)
• Gaarne wil ik het volgende toevoegen aan het artikel 'Labberdaan' van Ewoud Sanders (met medewerking van Jaap Engelsman), dat in NRC Handelsblad van 5 december is verschenen. Het begrip 'labberdaan' in het verhaal Heer Bommel en de Labberdaan van Marten Toonder heeft niets met gezouten kabeljauw te maken. Labberdaan is hier een eigennaam. Het volk der Labberdanen woont in de Zwarte Bergen. Hun belangrijkste karaktereigenschap is dat zij werken prettig vinden. Zij arbeiden voor hun genoegen. Het woord labberdaan is afgeleid van het Latijnse woord laborare (= werken), en daan is afgeleid van doen, zoals ook in het woord onderdaan. Labberdaan is een neologisme dat omschreven kan worden met 'iemand die zich overgeeft aan werken', of kortweg gezegd 'een arbeider'. (lezersbrief in NRC Handelsblad, 20/12/1994)
• (Pim Oosterheert: Bommellexicon. Van Aamnaak tot Zwirkvlaai. 2005)

2) (19e eeuw) (inf.) slappe koffie.

• Labberdaan, slappe koffie, van labben. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)

< >