Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 23-10-2020

knollentuin, knollenveld

betekenis & definitie

(1964) (voetb.) voetbalveld van slechte kwaliteit: 'spelen in een knollentuin'.

• Na diner in een luxe hotel training op knollenveld. (De Tijd-De Maasbode, 05/12/1964)
• Knollenveld. Veld geschikt voor boerenkoolvoetbal. (Rob Siekmann: Voetbalwoordenboek. 1978)
• Het is weer eens crisistijd bij Milan dat veertien dagen geleden op het 'knollenveld' van San Siro, waarop normaal voetbal momenteel onmogelijk is, tegen Club Brugge op 0-0 bleef steken in de tweede ronde van het Europa-Cuptoernooi voor landskampioenen. (NRC Handelsblad, 07/11/1990)
• FC Barcelona kwam op Tenerife niet verder dan 1-1. Barcelona domineerde op het Canarische knollenveld de eerste helft. (het Parool, 14/09/1992)
• Met een beetje geluk krijgen ze bij RKC binnenkort ook een interland voor het WK op hun knollenveld. (Trouw, 15/10/1992)
• Maar hier lopen we op een knollentuin te voetballen waarop ik mijn hond nog niet eens zou uitlaten. (NRC Handelsblad, 27/02/1995)
• In het kader van de Europese League moest PSV aan de slag in de knollentuin van AIK Solna en daar had Advocaat geen zin in. (Nieuwe Revu, 25/02/2015)
• Het was ergens op een knollenveldje in het noordelijk puntje van Drenthe en we stonden met 2-0 achter. (Maarten Spanjer: Spanjer in stukken. 2016)

< >