(19e eeuw) (< Am.-Eng.) wijde kniebroek, aan de onderkant strak vastgezet met riempjes. Wordt vooral bij het golfen gedragen. Oorspr. werd met deze naam een Hollandse kolonist van New York mee aangeduid, later was het een bijnaam voor alle New Yorkers. De Amerikaanse schrijver W. Irving (1783-1859) schreef in 1848 onder het pseudoniem ‘Dietrich Knickerbocker’ het boek ‘History of New York from the beginning of the World to the End of the Dutch Dynasty’. De kniebroek is wellicht zo gaan heten vanwege de gelijkenissen met de kniebroeken van de Hollandse New Yorkers. De knickerbocker is de voorloper van de plusfour. Zie ook: driekwartsbroek*; drollenvanger*.
• Troosten we ons met het woord van den geestigen schrijver der ‘Knickerbockers,’ dat ‘alle koloniën zijn verkregen door het regt van het buskruid,’ en trachten we, door bevordering van hare ontwikkeling en bloei, den wankelen grond te doen vergeten, waarop dat regt steunt! (De Gids. Jaargang 16. 1852)
• Hij (Washington Irving, nvdr.) bedacht den schimpnaam Knickerbocker, maar deze werd al spoedig een eeretitel, die in het republikeinsche Amerika bijna evenveel geldt als een adelbrief. (Java-bode, 29/08/1888)
• Ik zal, zoo voorkwam hij terstond haar schroom - Van Heerde nog niet van echtscheiding spreken. Ook niet, omdat ie me nù welgezind is. Zijn zoon wòrdt wat, ginds, in de uitgeverswereld, exploiteert er de sympathie voor Oud-Holland. Knickerbockers-trots komt te pas! (De Gids. Jaargang 79. 1915)
• Een kleermaker, die zijn zaken heeft in Den Haag, Amsterdam en Arnhem, roept onze hulp in, om waardeering te vinden voor Nederlandsch werk. Ter wille van het ‘cachet’ zijnen oude zaak - zooals het in zulk mooi Nederlandsch heet - moest hij ‘pantalons, colberts, demisaisons, norfolks, cut-away's, homespun, knickerbockers, plus-fours, jaquets, vestons, cheviots, macfarlanes, fourinhands, smokings, cashmeres, raglans, waterproof raincoats’, en wat dies meer verkoopen. (Neerlandia. Jaargang 31. 1927)
• In zijn jongenspak met knickerbockers had hij urenlang zitten hobbelen naast Pedritoe, die sprookjes vertelde, over spinnen, over prinsessen die zingen in den hemel, over het spook dat als witte ezel verschijnt met een blauwe ster tusschen zijn rechtopstaande ooren… (Cola Debrot: Mijn zuster de negerin. In: Forum. Jaargang 3. 1934)
• De Hollandsche variëteit van het voorvaderlijk romantisme had Washington Irving geschapen: het Knickerbocker type, Rip van Winkle en den schoolmeester van Sleepy Hollow. (Johan Huizinga: Verzamelde werken. Deel 5. Cultuurgeschiedenis 3. 1950)
• knickerbocker - broektype verwant aan de drollevanger en driekwartbroek, maar dan met gespen in plaats van elastiek. (Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1992)
• Wij hebben er niet echt een naam voor, tenzij je het zelden gehoorde knickerbocker wil gebruiken. We noemen het een driekwartbroek, al kan ze soms een tikje langer zijn. Een broek met sigarettenpijpen, al is ze meestal net iets korter. Een toreador-broek, al zit die soms wel erg strak. Een chino, al zit die vaak wat ruimer. De Capri dus. Een model dat strak aanpast, zonder bandplooien, vaak zelfs zonder tailleband, en tot een stukje boven de enkel komt. (Het Laatste Nieuws, 04/08/2018)
• Toen de sport in het Groot-Brittannië van de negentiende eeuw door de midden- en hogere klasse werd beoefend, was het vooral een winters alternatief voor cricket. De lengte van de broeken was een non-discussie: voetbalbroeken waren lang, tot in de laars. Die lange broek werd een ‘knickerbocker' genoemd: een ruimvallende broek gemaakt van wol of schapenvel die onder de knie werd vastgezet met riempjes. Knickerbocker was de bijnaam die gegeven werd aan de nakomelingen van de Hollandse kolonisten in Nieuw Amsterdam, later New York: knickerbocker kwam van “bakker van aardewerk knikkers”. Het woord verbasterde later tot knickers , het Engelse woord voor onderbroek. (Het Nieuwsblad, 11/09/2021)
• Hij staat met zijn laarzen, Schotse knickerbocker en dikke zonnebril bij de rivier. (De Standaard, 17/07/2023)
• Bij de pinautomaat om de hoek staan toevalligerwijs net oud-rector magnificus Simon Kuipers van de Rijksuniversiteit Groningen, te herkennen aan de knickerbocker die hij altijd draagt, en zijn vrouw Jetty. (Trouw, 09/12/2024)