Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 26-09-2021

kirrie-kirrie

betekenis & definitie

(1909) (< West-fries) kantjeboord; op het randje af. Vgl. kielekiele*.

• Wel is 't soms kirrie-kirrie (op 't randje af) of hij raakt er in, en rolt hij soms raar voorover op 't land, maar klienzeerig (kleinzeer) is hij heel niet en welgemoed zegt hij de gezonde gymnastische oefeningen voort. (J. De Vries: Westfriesche woorden. 1909)

< >