Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 05-03-2023

kermisbenen hebben

betekenis & definitie

(1906) (Antwerpen, sch.) gezegd van iemand die op de tenen gaat. Vgl. bakkersbenen*; etalagebenen*; flanellen* benen; kachelbenen*; ooievaarsbenen*sasselewiebenen*; taksbenen*.

• Kermisbeenen, Spr. Hij heeft kermisbeenen, gezeid van iemand die op de teenen gaat, waarschijnlijk omdat zijn gang wat van 't dansen wegheeft. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906)

< >