(1979) (inf.) mannelijk geslachtsdeel (in erectie). Woorden om seksualiteit te beschrijven komen voornamelijk uit de oorlogvoering. Zie bijv. ook ram* en stootram*. Syn.: mast*; ODOL*; tent*.
• Hij wou haar bij het hoofd grijpen zodat hij zijn kanonloop tot helemaal achterin haar warrelende tong kon begraven. (Feministische uitgeverij Sara: Voor onszelf. 1979)
• (Seksuele volkstaal en eufemismen op Wikipedia. 2009)
• De 51-jarige Rodney Cotton leed aan priapisme, een pijnlijke aandoening waardoor iemand langdurig een stijve broekpaling heeft, meldt DNAinfo New York. De kwaal werd veroorzaakt door de antidepressiva die hij slikte. Nadat hij urenlang een harde kanonsloop had, vroeg Cotton of hij naar de gevangenisdokter mocht. (www.powned.tv, 09/06/2015)
• (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)