1) (15e eeuw) (in Vlaanderen) (scheldw.) (verwijfde) homo. Tijdens de vredesbetoging tegen plaatsing van kernwapens (jaren tachtig van de twintigste eeuw) kon je her en der de slogan ‘potten en janetten tegen de raketten’ lezen. Een homo aan de zelfkant van de samenleving wordt een ‘kantjanet’ genoemd. Een homotent wordt in Vlaanderen een ‘janettenkot’ genoemd. De herkomst van het woord is niet duidelijk. A. Joustra (Homo-Erotisch Woordenboek) doet er het zwijgen toe. In de vijftiende eeuw namen veel hoeren de naam Jeannette aan. Mogelijk is het Franse woord voor homofiel daarvan afgeleid en verwijst het naar de vrouwelijke trekken van een homo. In Frankrijk is ‘Jeannette’ ook een benaming voor een jonge padvindster (een verwijzing naar Jeanne d’Arc).
• Hoeren namen in die tijd vaak de naam Jehannette aan. Misschien is het Franse woord voor homofiel, Jeannette, daarvan afgeleid. (Sietske Altink: Huizen van illusies. 1983) (refereert naar het jaar 1482)
• Homofilie. Voor mannelijke homofielen gebruikt men meestal de uitdrukking: Jeannet. Het is een Jeannetteke. Hij is dan ook voor 't gat, voor de chokolat, voor den Daan (destijds een gekend Antwerpse homofiel), voor de poep, voor den nol, voor de venten, voor den deern. Het is een schoon wijf, dié vent! Vrouwelijke homofielen (Lesbisch): De maske's van 't sport. Een mie, ze is voor de vrouwen. Een trees, een Julleke (de vrouw die de mannelijke rol speelt), ze is voor 't gat, 't is een truttemezon, een trut-a-trut, ze mag geen weusten, ze mag alleen maar mosselen. Ze is voor de tuttepotten. Een truttekeslikster. Dergelijke vrouwen en mannen hebben hun eigen lokalen. Dat zijn dan Jeannettenkoten. Gezegde: ge kunt beter met ne schone vent gaan slapen, dan met een lelijk wijf! (Jack De Graef: Het Groot Woorden- en Liedjesboek over het Antwerps dialekt. Vierde aangevulde druk. 1981)
• In de strijd tot emancipatie van de janetten, zijn er natuurlijk momenten van gedweep en sublimatie geweest. (Fabiola, april 1988)
• (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988)
• (Hans Rombouts: Vloeiend Vlaams. 1990)
• Jeannet, mannelijke homoseksueel, nicht. (Claire van Putten: Antwerps zakwoordenboek. 1993)
• (Edmond Cocquyt: Nieuw Gents Idioticon. 1995)
• Hij omhelsde Krat nog eens en wenste hem goede reis, liep achteruit, spreidde zijn armen en zei: “Gegroet, mijn jonge janetten.” (Willem Bijsterbosch: Van de wachters. 1997)
• .... het handvol Mexikaanse jeannetten met sombrero.... (De Morgen, 03/08/1998)
• (Jack de Graef: Het Antwerps dialect van dezekestijd tot in de 21e eeuw. 1999. 11e druk) (onder jeannet)
• Zjanet. eigenn. Als soortn./v. spotnaam voor: homofiel. Da zeede zoe datta 'n zjanet is. (H. Diddens: Woordenboek van het Mechels dialect. 1999)
• Eddy had hem vorig jaar ‘ns in elkaar geslagen, zomaar, omdat Mulders een mietje was. Op een keer had hij tegen zijn moeder gezegd: ‘Johan is een jeanet.’ (Herman Brusselmans: Het einde van mensen in 1967. 1999)
• Hij zei dat hij een gore janet was. Zo zei hij het. En ook pedofiel en van alles. (Christophe Vekeman: Alle mussen zullen sterven. 1999)
• (Herman J. Claeys: Vlaams Dialecten woordenboek. 2001)
• De gouden wet van de house-tenten luidt: als de negers en de janetten het voor bekeken houden, is de boel om zeep. (Menzo, augustus 2003)
• ... bang van het nog niet zo heel lang bestaande medium televisie en het hele gedoe erom-heen, waarvan hij nog het ergste vond dat hij moest worden geschminkt 'als een oude jeannet'. (Jeroen Brouwers: Stoffer en blik. 2004)
• Maar in de Verenigde Staten willen alle janetten opeens in het leger in plaats van eruit. (Tom Lanoye: Vitriool voor gevorderden. 2004)
• Ik trof hem eens na de Ronde van Vlaanderen en toen vroeg hij zich af waarom “dat engelenhoofd van Boogerd” toch nooit naar Vlaanderen kwam om te koersen maar altijd opgeborgen werd in die Jeanettenkoers in Luik, doelend op L-B-L. (Mart Smeets: Niets is wat het lijkt. 2013)
• Zeggen ze dat dan? Dat ik een janet ben? (Marc Reugebrink: Het Belgisch huwelijk. 2014)
• Tevergeefs, want Verlaine moest het gevang in wegens sodomie, al is het gevang natuurlijk niet de slechtste plek voor een ‘janette’. (HP/ De Tijd, april 2015)
• Eind jaren zeventig al organiseerde De Rooie Vlinder een bewust provocerend Janettenfilmfestival in verschillende Vlaamse steden. (Wannes Dupont e.a.: Verzwegen verlangen. Een geschiedenis van homoseksualiteit in België. 2017)
• Janet. Ook wel Zjanol, Jeanette of Zjanet. Janet is Vlaams voor een homoseksuele man met feminiene trekjes en wordt meestal negatief gebruikt. Ook heteroseksuele mannen die zich feminien gedragen worden denigrerend Janet of strandjanet genoemd. De term voil (‘vieze’) Jeanet werd eind negentiende eeuw gebruikt voor mannen die geen geld hadden om voor carnaval een kostuum te kopen en de kleding van hun vrouw aantrokken. Nog steeds is dit een traditie in sommige Vlaamse steden. (De Correspondent, 05/08/2017. Van bankhanglesbo tot skolioseksueel: 99 roze begrippen verklaard)
• Jeannettes zijn, onder meer in Frankrijk en Canada, jonge meisjes bij de katholieke scouts. De vrouwelijke welpjes worden zo genoemd naar hun patroonheilige Jeanne d'Arc, wier idealen ze proberen te volgen. De benaming ging na 1950 over op jongens die zich meisjesachtig gedragen, en later werd het een scheldwoord voor 'verwijfde' homo's. Nogal wat macho's komen er in divers onderzoek rond voor uit dat ze niets tegen homo's hebben, 'als het maar geen janetten zijn'. Reden genoeg voor schrijver Tom Lanoye om zich met trots janet te noemen. (De Standaard, 12/03/2018)
• En als hij haar opmerking negeerde, schreeuwde ze: ‘Is ’t nu gedaan, vuil janet!’
In Antwerpen is ‘janet’ een scheldwoord voor homoseksueel. (Walter van den Broeck: Niets voor de familie. 2019)
• ‘Putain!’ Zo voelde mijn homovriend zich dus als ik met woorden als flikker en janet schold. (Sigrid Schellen: Hoerenchance. 2019)
• Ik heb me eigenlijk al veel langer afgevraagd wat boeren dachten van de tweede, pejoratieve betekenis van dat woord. Deze lezer geeft dus een antwoord. Al vraag ik me af of dat inderdaad gedeeld wordt door al zijn collega’s. Misschien nemen sommigen er minder aanstoot aan, zoals er ook gays zijn die zelf het woord janet gebruiken, maar dat mogen zij natuurlijk als lid van de “inner group”. (De Standaard, 05/12/2023)
2) (1999) (Vlaanderen, jeugd) zie citaat.
• Janet: wordt gezegd wanneer iemand het niet eens is met een bepaalde uitspraak van iemand anders. "Het was leuk in Zillion." - "Janet." (Jeugdtaal in Gazet van Antwerpen, 08/07/1999)