(1983) (< Eng.) (journ.) de geïnterviewde.
• Het is jammer dat de oorlog tussen het oudste gedeelte van de Britse muziekpers en Spandau Ballet onverminderd voortduurt, want Kemp is een dankbare „interviewee" die nog voor zijn eerste koffie van de dag verbaal op volle toeren draait. (De Telegraaf, 10/12/1983)
• De interviewee die aarzelt, wordt door de journalist aan het gevoel geholpen dat zijn kennis van zaken in Europa en omstreken niet gemist kan worden en vraagt langs zijn neus weg of de fotograaf even langs mag komen. (De Volkskrant, 07/05/1988)
• Zo de interviewer, zo de interviewee. Jan Leyers praat helder, in mooi opgetuigde volzinnen met een je-ne-sais-quoi waardoor je hem meteen vertrouwt. (De Standaard, 25/08/1999)
• Aan het woord is Richard, een praatgrage Kongolese muzikant en sans-papier die al vier jaar in de Belgische hoofdstad verblijft, en als interviewee annex babbeleer deelneemt aan Bruxelles nous appartient/Brussel behoort ons toe. (De Tijd, 23/02/2000)
• Pauwels - een aandoenlijke poging om de doortastendheid van Maurice De Wilde te verzoenen met de Nieuwe Olijkheid van Siegfried Bracke - heeft nóg een groot nadeel: hij is, voorzichtig geschat, twee meter veertig lang. Dat is, bij stand-ups, een beetje onhandig filmen als je interviewee, mét steunzooltje, moeizaam één meter veertig haalt. (Het Laatste Nieuws, 10/05/2003)
• De zangeres heeft een reputatie van onhandelbare interviewee en doet die ook nu weer alle eer aan. (De Standaard, 19/02/2008)
• Blue suede shoes. Nooit gedacht dat we een stuk over wielrennen nog zouden moeten inleiden met de beschrijving van de fijn gesneden lichtblauwe dansschoenen van een interviewee. (Humo, 21/02/2012)