Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 11-05-2020

in zijn eigen bubbel leven

betekenis & definitie

(2008) (< Eng.) (inf.) in afzondering leven, zich afsluiten van de buitenwereld (zoals autisten doen), geen invloeden van buitenaf toestaan.

• De Blackberry Man van Annette zat zo in zijn eigen bubbel dat hij zijn eigen onrust verwarde met belangrijkheid. (Eelco Smit: De regels van het spelletje. 2008)
• Ik houd van rebels. Van mensen met een mening. En van mensen die zeggen dat ze helemaal geen mening hebben houd ik nóg meer. Van mensen die niet vastzitten in een onzichtbare, zelfgemaakte bubbel. (Loïs Bisschop: Ik drink niet meer. 2015)
• Het was een van die momenten waarop Francis in zijn eigen bubbel vertoefde en je hem rustig zijn ding moest laten doen. (Benny Baudewyns: Hartenvreter. 2016)
• En toch zie ik ook de schoonheid van die stilzwijgende afspraak om iemand die heel dicht bij jou is, gewoon in zijn eigen bubbel te laten zweven. (Greet Jacobs: Dora G. , een weggegooid leven 2016)
• Door globalisering, migratie, individualisering, ontkerkelijking en de opkomst van de massamedia werd de confrontatie met anderen indringender en onontkoombaar: wie zich niet in zijn 'eigen bubbel' terug wil trekken, leeft nu in een constante exposure en osmose met anderen, met andere levensstijlen als optie. (Frits de Lange: Heilige onrust: een pelgrimage naar het hart van religie. 2017)
• De gordijnen blijven omlaag als ik aan mijn kapsalon en een nieuwe koude halve liter begin. Ik bevind me in een prikkelvrije, stinkende bubbel. Mijn eigen gelukzalige bubbel. (Freek van Kraaikamp: Elitepauper. 2018)
• Het liefst zou ik doen alsof ze er niet stond en weer terug in mijn bubbel kruipen, maar erg reëel is dat niet. (Jojanneke Buschgens: Salomé. 2018)

< >