Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 18-06-2020

het eet geen brood

betekenis & definitie

(18e eeuw) (inf.) het heeft geen haast; het behoeft geen onderhoud. Reeds in het werk van Wolff en Deken (Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut; of, De gevolgen der opvoeding. 1793).

• (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1899)
• (T. van Veen: Taal en leven in de Utrechtse Vechtstreek. 1989)
• X liet toen ook zijn haar groeien, onder het motto “het eet geen brood”. (Herman Brusselmans: Het oude nieuws van deze tijden. 1994)
• Maar 't is een schoon fotootje en het eet geen brood, ik wil het gerust hier houden en er af en toe eens naar kijken. (Geertrui Daem: Het verdeelde huis. 2004)
• (Wim Daniëls: Koken met taal. 2018)

< >