Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 04-08-2024

herstructurering

betekenis & definitie

(1973) (euf.) sanering, gezondmaking (van een bedrijf) door bijv. werknemers te ontslaan of besparingen door te voeren. Van Dale wist met dit modewoord in 1976 nog geen weg. In de tiende druk van het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (1976) wordt het begrip aldus omschreven: „het opnieuw, anders structureren."

• Op 7 november wordt in Den Haag een overeenkomst getekénd die herstructurering van de beschuitindustrie beoogt. Binnen de structuurcommissie beschuitindustrie is er volledige overeenstemming over de herstructurering bereikt. (NRC Handelsblad, 02/11/1973)
• Wanneer over „herstructurering" van bedrijven of bedrijfstakken wordt gesproken, lijkt het raadzaam het ongeveer als volgt te vertalen: gezondmaking, verandering. (Het Parool, 01/11/1977)
• Toen Griekenland in 2012 zijn schulden niet meer kon betalen, leidde dat al tot een schuldherschikking waardoor houders van Grieks schuldpapier een 'haircut' tot 75 procent aanvaardden. Een herstructurering van de schuld door die over een langere periode uit te strekken, leidde eveneens tot een feitelijke kwijtschelding. (Het Belang van Limburg, 23/06/1985)
• De directie van de papierproducent KNP BT Leykam in Lanaken heeft gisteren tijdens gesprekken met de bonden aangekondigd dat zij een herstructurering wil doorvoeren om de produktiviteit en de efficiëntie binnen het bedrijf te verbeteren. (Het Belang van Limburg, 29/03/1994)
• Hij wil evenwel niet van ontslagen horen, wel van een ‘herstructurering’. (De Morgen, 19/04/1999)
• Als het over bedrijven gaat, dan heten belastingen `overheidsbeslag' en fiscale gunstmaatregelen voor multinationals `rulings'; besparingen worden verkocht als `herstructurering', `privatiseren' is een eufemisme voor diefstal van gemeenschappelijk goed. (Humo, 08/08/2017)

< >