(1930) (soms met de toevoeging: 'met zweepontsteking') (Ned.-Indië, sold. ) paard. Vgl. Duits slang: Hafermotor.
• Koeman maakte toen tot overmaat van ramp een misrekening die hem een paard kostte. Hoe dat beestje ook in discrediet geraakt is als havermotor met zweepontsteking in het verkeer, op het schaakbord bezit het nog een groote waarde. (Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond, 01/07/1930)
• Het paard als trekkracht, dat is uit den tijd. Spottend spreekt men soms van den „1 P.K. havermotor met zweepontsteking", in tegenstelling met de 100 en meer P.K. motoren, die thans langs onze wegen suizen. (Utrecht in woord en beeld. Jaargang 8, 24/02/1933)
• Toch blijft er voor de Vereeniging ter bescherming van dieren nog veel te doen, om nog grootere verbetering te bereiken in de behandeling van den „havermotor”, zooals het paard, in dezen tijd van motortractie wel eens genoemd wordt. (A. Mineur: Echt Rotterdamsch! Schetsen uit straat- en volksleven der oude Maasstad. 1941)
• Havermotor met zweepontsteking, een paard. (J.J.M. van Dam: 'Jantje Kaas en zijn jongens,' Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948)
• Een groot deel.van de welvaartsruiters, de goede niet te na gesproken, doet in feite niets anders dan tijdelijk zijn vele PK's op vier wielen inruilen voor, zoals een cynicus het noemde, een „1 PK havermotor met zweepontsteking'. (De Telegraaf, 25/11/1972)