(1969) (ook wel Kommerskot) (Leuven, stud.) faculteit economie en bedrijfswetenschappen; het voormalig Institut de Commerce.
• Om de instituten en auditoria van de universiteit te bestempelen, is er eerst de haast algemene benaming kot: het boerenkot of landbouwkot (faculteit toegepaste biologische wetenschappen), het sjimiekot (scheikundig instituut), het handelskot of kommerskot (faculteit E.T.E.W. in de Dekenstraat), het germanistenkot (auditoria Germaanse filologie) en het Sportkot (Instituut voor Lichamelijke Opvoeding). (Dr. Mon de Goeyse: O vrij-studentenheerlijkheid. 1987)
• Ook met de ekonomische vorming uit die tijd liep hij niet zo hoog op. Aan het zogenoemde Handelskot werd maar één humanistische opleiding gegeven: de kursus teoretische ekonomie. (De Tijd, 18/05/1995)
• We vieren in 1998 ten eerste de honderdste verjaardag van het " handelskot” , een weliswaar oneerbiedige naam , die ik echter bewust gebruik omdat " Toegepaste Economische Wetenschappen " van recentere datum is. (Tijdschrift voor economie en management. 1998)
• «Ik ken Frans van bij de oprichting van de studentenvereniging Getegalm, van in het Handelskot en daarna bij de oprichting van 't Paenhuys», zegt Luc Vandeplas, de voorzitter van 't Paenhuys. (Het Laatste Nieuws, 13/05/2008)
• In '87 kwam hij op een zomercursus naar Japan. "Ik vertel mijn ouders nog steeds dat de cursus een beetje uitgelopen is (lacht) . Daarvoor was ik al tweemaal in Japan geweest met het 'handelskot' van Leuven." (Knack, 13/10/2010)