Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 29-07-2020

haasje-over-bootje

betekenis & definitie

(1938) (havenarb.) klein stoomschip met weinig lading.

• Vandaag is, zoals wij in een deel onzer edities reeds hebben bericht, het 10.000ste schip de Rotterdamse haven binnengekomen. Het 10.000ste is dit jaar nog 18 dagen vroeger verschenen dan in 1937, hoewel het ook toen eerder dan ooit te voren kwam. Verleden jaar was het recordschip een klein Engels „haasje-over-bootje", thans maakte een 7400 ton groot Duits vrachtschip, het m.s „Coburg" van de Norddeutsche Lloyd te Bremen, de 10.000 vol. (Utrechts volksblad, 31/08/1938)
• Het Fornuis was een gietijzeren museumstuk, met een eigen leven en karakter. Omdat het schip enkele jaren als haasje-over-bootje op Engeland had gevaren, was er kennelijk nooit behoefte geweest aan een goede maaltijd. (Leeuwarder courant, 29/09/1973)
• Haasje-over-bootje: klein stoomschip met weinig lading; het haasje-over slaat op de snelheid waarmee ze gelost en geladen werden. (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986)
• Haasje-over-bootjes. Vroegere kleine stoomscheepjes met weinig lading: het 'haasje-over' slaat op de snelheid waarmee ze geladen en gelost werden. (Frits Bom: De havenman. Rotterdams voor gevorderden. 2011)
• Een oom van mij,die machinist bij de KJCJL was geweest snapte niet,dat men mensen kon krijgen om op,wat hij noemde‘‘een haasje over bootje’’ te varen. (http://www.kombuispraat.com, 30/01/2018)

< >