(20e eeuw) (Ned., spot.) inwoners van Oldenzaal (in de provincie Overijssel.
• Het laatste fenomeen, dat vaak aan de basis staat van elk vooroordeel, is betrekkelijk jong. De Nederlandse staat wordt pas in de zeventiende eeuw gevormd, maar nog lang daarna zijn de regionale verschillen en zelfstandigheid groot. Typerend voor die verschillen zijn de vele scheldnamen met een streek- of plaatsgebonden karakter, die uit de folklore bekend zijn. Namen als bruggebedelaars (Warga), kakstoelen (Akkrum), kluunkoppen (Groningen), koedieven (Termunten), greppelschijters (Oldenzaal), bokkingkoppen (Harderwijk), platpoten (Purmer), papbuiken (St. Oedenrode) of dubbeltjessnijders (Oss) doen nu wat oubollig aan, maar zullen oorspronkelijk een venijniger klank gehad hebben. (Vrij Nederland. Boekenbijlage. 1987)