(20e eeuw) (vaak voorafgegaan door ‘gladde’) gewiekst persoon; akelig iemand. ‘De gladde glipper’ is de titel van een stripalbum van Suske en Wiske. En in de Donald Duckverhalen is er sprake van een geldschieter Gladde Glibber (de Engelse naam is Soapy Slick). Vgl. gladde tekkel*. Glibber is ook een scheldwoord voor een Leidenaar (zie citaten 2002 en 2015). De juiste naam is eigenlijk ‘glipper’, afgeleid van het werkwoord ‘glippen’ (wegvluchten). Aanvankelijk betekende het dan ook vluchteling. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd het gebruikt als schimpnaam voor burgers en edelen die uit de steden waren gevlucht en met de vijand (de Spanjaarden) meeheulden. Een glipper of glibber was dus een collaborateur. Het woord gaat terug op de tijd van het beleg van Leiden in 1574 toen foute Leidenaars overliepen naar de Spanjaarden. Te Leiden zelf worden de twee uitspraken gebruikt: met dubbele p of met dubbele b. Tegenwoordig is het een geuzennaam geworden.
• Tuinman moet een wat houterige indruk maken voor wie niet het dubbelhartige in zijn karakter wil zien: in feite doet hij zich steeds anders voor, een gladde glibber met een degelijk uiterlijk. (De Telegraaf, 19/11/1987)
• … of het moet het negentienjarig zusje van Eckhardt zijn dat mij niet opmerkt omdat ze bezig is zich te laten versieren door een vroegoude glibber met een wit sjaaltje en een armetierig baardje van twee dagen. (Joost Zwagerman: Gimmick. 1989)
• glibber of glipper, bijnaam voor de inwoner van Leiden. Het Is nog een woord uit de tijd van het beleg van Leiden. De glibbers verlieten heimelijk de stad om de Spanjaarden op de hoogte te stellen van wat zich in de stad afspeelde. Het waren collaborateurs die heulden met de vijand. Glibber was dus een ongunstige benaming. Vergelijk bijvoorbeeld In de Nederlandsche Historiën van P.C. Hooft: 'Eenlghe uitwykellngen, die men te dier tydt glippers noemde, bestonden zich ten bewinde der dingen in te wikkelen, biedende aan Baldes den dienst hunner pennen, met kloeke hoope van de Leyenaars te beleezen' (1642). (Dick Wortel: Taal in stad en land. Leids. 2002)
• De eerste televisiefiguur die allebei mijn ouders tegen de haren in streek was de Belg Jan Theys. Dit was een showmaster die bij de presentatie van het songfestival in vijf talen ‘dames en heren goedenavond’ kon zeggen en daarom eerbiedig werd betiteld als ‘de sprekende vierkleurenballpoint’, maar mijn moeder noemde Jan Theys ‘een gladde glibber’. Zelf werd ik ook tamelijk wee van Jan Theys, maar van openlijke hekel kon nog geen sprake zijn: daarvoor was mijn eerbied voor het medium en de mensen die erop kwamen nog veel te groot. (Kees van Kooten bij de uitreiking van de Gouden Ganzenveer in 2004)
• Hij vindt Oprah Winfrey en Dr. Phil briljant, schreef een boek over ‘persoonlijke groei’ en leest zelf Amerikaanse zelfhulpboeken. En toch is François de Waal (51) geen gladde glibber, zwever of bedrieger. Hij is geloofwaardig. (HP/ De Tijd, 23/09/2005)
• Mijn moeder noemde Jan Theys ‘een gladde glibber’. (Kees van Kooten: Episodes. 2007)
• Glibber: leidse local. (Studentengids Universiteit Leiden 2015)
• Hij heeft ongetwijfeld goed geluisterd naar een dure en gladde communicatieglibber, die hem heeft aangeraden om zichtbaar te blijven. (Youp van ’t Hek: Stormschade. 2018)