(1973) (ook: zonder dat men het elders ruikt) (sch.) niets kunnen uitvoeren zonder dat het door iemand opgemerkt wordt.
• En als zo'n jong voor niks op het bureau moet komen, blijven ze hem in de gaten houden. Als-ie maar een scheet laat, pakken ze hem vanwege de hinderwet. (Miep Diekmann: Total Loss weetjewel, 1973)
• Als je in de Roodeschool een scheet laat ruik je hem in Sas van Gent. (Freek de Jonge: De Mars. 1981)
• Ze kenne geen scheet late of hij mot in het hele land geroke worde. (J.A. Deelder: Drukke dagen, 1988)
• Ik kon geen scheet laten of het stond in de Story. (de Volkskrant, 16/07/1996)