(1962) (inf.) ontmoetingsplaats voor homo's.
• Maar weet je, wat er toen gebeurde: het ging als razend vuurtje door de stad. Quassi Modo is een flikkertent geworden. (Nieuwsblad van het Noorden, 18/10/1969)
• Als we in godsnaam dan maar een flikkertent opzoeken wordt het niet beter, al die keurige smalbebilde goedgekapte jongens die afkeurend kijken naar Jean die op haar laarzen de hele tent doorstampt, en naar mijn borsten die schommelen in mijn hemdje als ik dans. (Anja Meulenbelt: De schaamte voorbij. 1976)
Gepubliceerd op 23-06-2020
flikkertent
betekenis & definitie