Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 26-12-2024

flatneurose

betekenis & definitie

(1955) (psych.) prikkelbaarheid en ergernissen veroorzaakt door het wonen in een flatgebouw of blokkendoos* (meestal door geluidsoverlast vanwege gebrekkige geluidsisolatie). Het begrip is thans verouderd.

• Ook de z.g. „flat-neurose”, veroorzaakt o.m. door de gehorigheid der flatwoningen, is een modern verschijnsel van geestelijke stoornis. Een „huisvestingsprobleem”, dat alle aandacht verdient! (Overijsselsch dagblad, 26/11/1955)
• Wat heerlijk in de gelegenheid te zijn van rie ene flat naar de andere te „vluchten" en dan nog commentaar te kunnen leveren op de heren die deze woningen geprojecteerd hebben. Ik bewoon ook een flat. Zalig gewoon! Geluidhinder en flatneurose ken ik niet, na zeven jaar kleine kamers bewoond te hebben. Ik heb tenslotte mijn bezigheid. (De Volkskrant, 24/10/1959)
• De geluidshinder is een volksvijand geworden: De bestrijding kan tegenwoordig als een wetenschap worden beschouwd. Dit hebben, ingenieurs en hoogleraren gisteren vastgesteld tijdens een congres van de Bond voor Materialenkennis. De wereld is door de flatneurose gealarmeerd. (De Telegraaf, 14/11/1962)
• Er brandden alleen enkele schemerlampen, en terwijl ik nog stond zette ze al een plaatje op, een elpee met melancholieke blues, die in je hart de behoefte aan nauw contact met de medemens zo dringend maken en smeken om vulling van de schrijnende Eenzaamheid van de Moderne Mens, veroorzaakt door hoogconjunctuur, flatneurose, petroleumraffinaderijen en religieus onbehagen. (Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 113. 1968)
• Flatneurose: verzamelnaam voor een categorie psychische klachten die optreden bij huisvesting in hoogbouw, waarmee Nederland zo'n 35 jaar geleden voor het eerst op grote schaal te maken kreeg. De term verdween in de zeventiger jaren. (Het vrije volk,13/11/1989)
• flatneurose - doorgaans in het meervoud gebruikte benaming voor nondescripte geestelijke aandoeningen die met het bewonen van een flatgebouw verbonden zouden zijn. (Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1992)
• Zo waren er geleerden en journalisten die zich ongerust maakten over de gevolgen voor de menselijke geest van het wonen in de hoge flats: in de kranten verscheen het woord 'flatneurose'. (Willem van Toorn: Het grote landschapsboek. 2011)
• Geliefd zijn die flatgebouwen nooit geweest: nog tijdens hun bouw kwam de term 'flatneurose' in zwang, waarmee veronderstelde geestelijke en lichamelijke kwalen werden bedoeld die men van het wonen in hoogbouw zou kunnen krijgen. (Han Lörzing: Mijn generatie: een ode aan de babyboomer. 2015)

< >