Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 24-10-2024

fixe en avant

betekenis & definitie

(1944) (< Fr.) (Gent) borrel, gedronken voor het zware werk.

• Voor een borrel bevat onze lijst 80 benamingen tegen 21 bij De Vriese (oude en nieuwe te zamen): Akwaviva, afzetterke, artevelde, actie; bak, baviaan, bijterke, billenbijter, bobijntje; chasse-calé, champetter; dreupel; ei; fixe en avant; gaai, gans, garde champetter, gendarm, glazen boterham, glazeke van assurantie, goeie, goutte; hard ei, halve scheut, hertepijne, nen Hoorebeke, hessenpikker; kegel, kèwe, klal'e, ko, koele, kooldrager, kwak, kwek, kwakkel, kwiatus, kelkske, kriekske, kerelleke; lampioentje, lanteernke, Jantje, lappe-tsanne, lepel, loeze ; maagzetterke, maatje, martiko, mamme, metserscognac; nijperke; oliepille; ramenast, ratakwak ; pekelharing van 3 sens; sampampel, scheute, schietuit, schiedam, sédentaire, schrapnel; scheerweg, slaapmutseke, slijmsnijerke, siijmstekker, snaps, stokersmastelle; tiet, tsille, twisdrijver ; uitlooperke; vicares, viterke, eene van vijve; wittenbuik; eene van zesse; zierke, zeupe, zuivere. (Oostvlaamsche Zanten, april-mei-juni 1944)
• (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)
• (Ewoud Sanders: Borrelwoordenboek. 1997)
• Wat kan er nu mis gaan door het gebruik van een bobijntje, een ei, eeh fixe en avant, een kouwe jan, een jonge zonder pet, een omgooiertje, een klamot, een neurie, een recht op en neertje…. (Provinciale Zeeuwse courant, 30/01/1997)

< >