(2005) (verkeer) iemand die op de vluchtstrook rijdt of voortdurend van baan wisselt om sneller vooruit te komen en zo de files te vermijden. In Vlaanderen spreekt men ook van een pechstrookrijder.
• Enkele vrachtwagenbestuurders probeerden die rijstrook te blokkeren om de 'filesluipers' op andere ideeën te brengen, tevergeefs. (De Standaard, 15/05/2015)
• Door het extra invoegen van filesluipers worden de files langer. (Provinciale Zeeuwse courant, 17/09/2016)
• Hij of zij was dus zelf geen filesluiper want dan had hij wel geweten dat er een file was. (www.weertdegekste.nl, 29/09/2019)
• Remco (49) lag op de motorkap van een filesluiper: ‘Ik ben heel boos geworden, niet te geloven’. (AD, 30/11/2019)