Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 20-03-2024

filesluiper

betekenis & definitie

(2005) (verkeer) iemand die op de vluchtstrook rijdt of voortdurend van baan wisselt om sneller vooruit te komen en zo de files te vermijden. In Vlaanderen spreekt men ook van een pechstrookrijder.

• Enkele vrachtwagenbestuurders probeerden die rijstrook te blokkeren om de 'filesluipers' op andere ideeën te brengen, tevergeefs. (De Standaard, 15/05/2015)
• Door het extra invoegen van filesluipers worden de files langer. (Provinciale Zeeuwse courant, 17/09/2016)
• Hij of zij was dus zelf geen filesluiper want dan had hij wel geweten dat er een file was. (www.weertdegekste.nl, 29/09/2019)
• Remco (49) lag op de motorkap van een filesluiper: ‘Ik ben heel boos geworden, niet te geloven’. (AD, 30/11/2019)

< >