(1968) (sold.) soldatentenue.
• Maar hij wil juist verbergen dat hij het zonde vindt van zijn eerste grijs. (Henk van Kerkwijk: Tot de aanval: een serie vernietigingen. 1968)
• Vanmiddag halen we schoenen en het eerste grijs en de rest van je psu. in de kazerne van Harderwijk. (Maarten 't Hart: Ik had een wapenbroeder. 1973)
• In niet minder dan dertig bussen zijn tweeduizend in eerste grijs gestoken soldaten naar de Overijsselse hoofdstad gekomen om te demonstreren. ... (Fons Burger: Soldaten in het geweer: de roerige geschiedenis van de tienjarige VVDM. 1976)
• Dus draaiden wij elke zondagavond om half tien, met ons opgeperste Eerste Grijs alweer aan en Weekendtas gepakt onder handbereik, nog één keer de The Preacher.... (Kees van Kooten en Wim de Bie: Het Groot Bescheurboek. 1979)
Gepubliceerd op 12-06-2020
eerste grijs
betekenis & definitie