Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 08-06-2020

Dos-orgel

betekenis & definitie

(1997) (kantoortaal) Windowscomputer; pc. Vgl. amoeba* en beige* toaster.

• DOS-orgel: een pc ('meestal voorzien van Windblows, of Windblows NT, afkorting van Not There, Never Try of No Thanks') (de Volkskrant, 15/05/1997)
• Dos-orgel: personal computer. (Wim de Jong & Henrico Prins: Kantoortaal. 1997)
• Daar kreeg ik eerst een cursus tekstverwerking, op zo'n oud DOS-orgel van IBM, waarna Randstad zorgde voor een betaalde overbrugging naar de eerste echte baan. (de Volkskrant, 21/06/1999)

< >