(1985) (inf.) veel kritiek krijgen. Ook: door de strontkar overreden worden.
• Waarschijnlijk heeft men er niet op gerekend dat ik woord zou houden, nu Baruch me gewaarschuwd had dat ik, als ik tegen de zin van het bestuur op een zetel zou blijven zitten, 'de strontkar over me heen zou krijgen'. (Henk Gortzak: Hoop zonder illusies: memoires van een communist. 1985)
• Hij krijgt steevast de strontkar over zich uitgestort. In gelagkamers en cafés vinden ze hem een speler zonder kloten. (Nieuwe Revu, 17/02/1999)
• Verder kreeg ze ook de strontkar over zich heen. Veel criticasters, doorgaans wel geschoolde diëtisten, beweren dat ze mensen een crashdieet voorschrijft. (Viktor Steijger, Stephen Steijger, Peter van Oosterhout: Wereldtalent. 2008)
• En toen ontdekte een van de aanwezigen dat ik columns voor nrc.next schreef, waarna de strontkar met vereende krachten over me heen werd gekieperd. (Marcel van Roosmalen: Ik ben (s)normaal. 2014)
• Daar stond hij, de handen tot vuisten gebald, het zweet op het voorhoofd. “Ik krijg zeker de strontkar over me heen gekieperd?” (Marcel van Roosmalen: Geen brug te ver. Het Arnhem van Marcel van Roosmalen. 2015)
• Mijn hemel, ik word hier dus echt door een strontkar overreden, excusez le mot. (Rob Hoogland & Arthur van Amerongen: Het grote foute jongensboek. 2017)