(1958) (sp.) de bezieling om goed te presteren is er niet (meer). Bij dit beeld denken we aan een mes zonder snede, dat niets waard is. Vgl. er zit snee op.
• Lijk wij het ook duidelijk zagen, op 't laatste van de rit, dat de 'snêe er min of meer af was', wat niet is om te verwonderen. ('t Vrije Volksblad, 28/06/1958)
• Nee, het gaat Fijenoord nog steeds niet naar wens. Elke keer hoopt men dat de snee er weer inkomt, om een wieleruitdrukking te gebruiken. Maar het wordt nooit goud op snee. Bijna geen combinatie lukte, er zat geen verrassing in de acties. (Algemeen Handelsblad, 29/10/1962)
• En let op wat ik zeg, in de twee wedstrijden voor de Europacup zal het er niet anders toegaan dan hier vandaag. Dat zoiets moest gebeuren. Gelukkig krijgen we nu wat rust. Want het is juist, de kerels zijn moe. Er zat geen snee op ons spel. (Sport 90, 12/10/1988)
• Maar de snee is eruit. De analytici nemen afscheid van Humberto Tan, die, voordat hij huiswaarts keert, nog een verse das strikt. Wij zijn de enige drie mensen, van wie twee doodmoe, in het mediapark. (Jan Mulder: De analyticus. 2010)
• De snee is eruit. Hier had ik op lopen wachten. Alsof het nooit zou komen. Het komt altijd. Knokken langs de saaiste weg van Nederland. De weg naar Medemblik, langs de dijk. Havermout moet ik. Stoppen.(Jan Knippenberg: De mens als duurloper. 2015)