(19e eeuw) (Vlaanderen) daar versta ik niets van.
• Dat versta ik niet: ge spreekt Latijn (of Hebreeuwsch), daar kan ik geen touwen aan vastmaken, daar zie ik geenen dag door, daar word ik niet wijs uit, daar kan ik 't mijne niet uit maken, spelt daar verschen visch uit. ‒ Ik versta wat gij bedoelt: ik hoor wel wat de klokke slaat, ik hoor u komen op uw zokken, ik hoor u komen al hebt gij geen kloefen aan. ‒ Gij verstaat mij niet: er is geen olie in de lamp, kameraad. (Amaat Honoraat Joos: Schatten uit de volkstaal. 1887)