(2006) (scheldw.) sullige vrouw.
• Dan loop je toch achter je eierstokken aan, blije doos! (HP/ De Tijd, 14/07/2006)
• Als je leven maakt, stort de dood zich boven op je. Dat vertellen ze er mooi niet bij, Beatrijs Smulders en andere blije dozen die babbelen over het wondertje dat in je groeit. (Roos Schlikker: We rommelen maar wat aan. 2016)
Gepubliceerd op 22-04-2020
blije doos
betekenis & definitie