(1991) (jeugd, sch.) afscheidsgroet. Gelijkaardige populaire (afscheids)groeten.: au* revoir, kut zonder haar; auf* tutti; auf* Wiener Schnitzel; bonjour* Franse hoer; de ballen*; los ballos*; het beste met je been*; bye-bye*, zwaai-zwaai; hasta* la pasta.
• (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991)
• Hij sjort de ceintuur van zijn jas bijeen, steekt een arm in de lucht en zoekt met zijn andere de gleuf in het cafegordijn. 'Dames heren ook, auf Wiener Schnitzel!' (het Parool, 18/02/1998)
• Aufwiederschnitzel, stomme Zwitsmensen! (www.Geenstijl.nl.,16/05/2008)
• Bij nummer 2 waren zelfs de ramen afgeplakt met oranjezeil. Er was een uit-sparing waarachter een lichtkrant hing. "9 juni Nederland-Italië Aufwiederschnitzel," knipperde het ding. (HP/ De Tijd, 13/06/2008)
• Het Duitse gezin dat net de benen strekt kijkt argwanend toe. Nederland, het land van seks en drugs. ‘Aufwiederschnitzel liebe Freunde’, ik zwaai vrolijk naar ze, maar ze zwaaien niet terug. (Jeroen van Inkel: Kortsluiting. 2014)
• Ze zette haar handtekening. Er klonk nog een luid “Auf Wienerschnitzel!” en toen was meneer Elemans weg. (Paulien Cornelisse: De verwarde cavia. 2016)
• Hans sprak steenkolen Duits, dat was niet om aan te horen. “Auf Wiener-schnitzel!”, riep hij als we weggingen. (Jantien van Driel: Bickle. 2017)