(1964) (inf.) contact; kennis, een relatie hebben met iemand (van het andere ge-slacht). Meestal gebruikt m.b.t. trouwlustige personen: `een huwelijkspartner gevonden hebben', al is deze uitdrukking ook niet ongebruikelijk in het prostitutiemilieu. Het Duitse woord ‘Anschluss’ (aansluiting) is min of meer gevleugeld geworden tijdens de oorlog 1939 1945. Sinds de late 19de eeuw kent men in deze taal de uitdrukking ‘Anschluss finden’ voor: een vriend of huwelijkspartner vinden. ‘Den Anschluss verpasst haben’ betekent: geen huwelijkspartner gevonden hebben. Van Dale (1992) vermeldt bij anschluss `aansluiting tussen twee personen, menselijk contact'.
• Er liep in het dorp een vrouw rond. De vrouw van een vriend van de politie-commissaris. Een fors sensueel stuk met geblondeerde haren en uiterst wulps gekleed. Hoewel ik nooit echt anschluss met haar had gezocht, liep ze me achterna. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. 1964)
• .. dat de prostitutie in wezen een soort openbaar nutsbedrijf is ten behoeve van de mannen, die óf minder makkelijk Anschluss krijgen, óf getrouwd zijn met een vrouwgeworden frigidaire. (Martin van Amerongen: De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)
• Maar we hebben nu tenminste weer een onderwerp om over te praten: die Mama toch, die altijd en overal Anschluss vindt! (Johan Fabricius: Witte-broodsweken met mama. 1969)
• Uleman had anschluss met een meisje, dat aan de tafel van onze vrienden zat. (Johnny van Doorn: De geest moet waaien. 1977)
• Een hoogst enkele keer had ik wel `Anschluss' met meisjes waarmee ik dans-te ... (Hans Koekoek: Liefzijn toegestaan, 1982)
• Als ik niet snel ansloes heb, neem ik een vrij nachie! (Nou en ... mijn leven op de walletjes. Door Riek verteld aan Jan A.L.M. Naaijkens, 1986)
• Ik zie ook bijna alleen maar ouwe, lelijke wijven die hier anschluss zoeken. (HP/ De Tijd, 19/02/1999)
• Ik had ook anschluss met Willem en zo nu en dan vielen we mekaar even om de hals... (HP/ De Tijd, 01/11/2002)
• In het buitenland heb ik geen Anschluss bij vrouwen, op mijn leeftijd ben ik aangewezen op mijn naam. (Jan Mulder: Iris. 2003)
• Ik heb hoofdzakelijk anschluss met een lesbienne die denkt dat ik weet hoe ze in het volgende Big Brother-huis kan komen en van een ruimschoots geproportioneerde styliste die mij achtervolgt met lange verhalen. (Bert van der Veer: Een vrouw in 188 dagen. 2010)
• Maar die donkere jongens vinden nooit anschluss bij de Hollandse jongens. (Marja Pruis: Kus me, straf me. 2011)
• Ik was mijn verleidelijke vijfendertigjarige zelf, maar had nul bekijks, nul sjans en nul anschluss. De heren waren alleen met elkaar bezig en ook heel erg met zichzelf. (Heleen van Royen: Sexdagboek. 2018)
