Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 21-11-2022

amfioenkit

betekenis & definitie

(1875, vero.) opiumkroegje.

• Dubekarts boek, doortrokken van javanismus, is jávaas, byna javááns. Het riekt naar rampé, kenangan, tjempaka, melati, passer, landraden, waroeng, klapper-olie, paseban, amfioenkit en balé-balé: het is 'n wáár boek! (Multatuli: Volledige werken. Deel 6. Ideeën, vierde bundel. Ideeën, vyfde bundel. 1875)
• Sedert hij die afschuwelijke rol speelde en zich niet slechts voor een goed deel het vermogen van dien vriend- men beweert vrij zeker door valsch hazardspel, had toegeëigend, maar hem tevens op zoo schaamtelooze wijze de eer van zijn jonge vrouw had ontroofd; toen hij den armen stakker er nog bovendien toe gebracht had om zijn leven in een der Indische pestspelonken - een amfioenkit - te gaan vernietigen, toen zag die ellendeling naar nieuwe slachtoffers uit. (J.J. Cremer: Romantische werken. Deel 9: Dokter Helmond en zijn vrouw. 1879)
• De zaal leek nu 'n amfioenkit, met verdwaasd-zwelgende menschen in lichtende mist, waardoor hèen weeke schittering van avondkleurige toiletten, mantels en japonnen. Opium snoof ie, slurpte ie, dampte ie in. (Israël Querido: Kunstenaarsleven. 1907)

< >