Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

PANEGYRICUS MESSALLAE

betekenis & definitie

Latijns gedicht van 212 hexameters dat de lof bezingt van Marcus Valerius → Messalla (4) Corvinus en samen met de elegieën van Tibullus en de andere auteurs van het z.g. Tibullianum Corpus is overgeleverd, hetzij als 3,7 hetzij als 4,1.

Het lofdicht, dat in de handschriften gewoonlijk wordt aangeduid als Laudes Messallae, is kort na 31 vC geschreven naar aanleiding van de aanvaarding van het consulaat door Messalla in dat jaar. De onbekende auteur prijst uitvoerig de militaire en oratorische kwaliteiten van Messalla en voorspelt hem ook als consul grote successen. Het gedicht vertoont een sterk retorische inslag en geeft nauwelijks blijk van originaliteit of diepgang. Enige malen verliest de auteur zich in digressies, met name waar de bezongene om zijn redenaarstalent wordt vergeleken met Nestor en Odysseus, en waar door hem behaalde militaire successen worden verheerlijkt. De toon verraadt al te duidelijk het verlangen van de eens welgestelde, maar thans tot armoede vervallen schrijver om in de gunst te komen van de rijke Messalla en te worden opgenomen in diens literaire kring. Zowel vanwege deze toon als vanwege taal en metriek is het werk zeker niet van Tibullus; ook pogingen de dichter te identificeren met → Propertius en Ovidius zijn mislukt.Lit. Voor uitgaven zie s.v. Tibullus. - F. Marx (PRE 1, 1326). GRL 2, 188v. - D. van Berchem, Messalla ou Messalinus. Note sur le Panégyrique de Messalla (Museum Helveticum 2, 1945, 33-38). [Brouwers]

< >