Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

MESSALLA

betekenis & definitie

Messalla, Messala, cognomen van een belangrijke familie in de gens Valeria. De voornaamste Messallae waren:

1. Manius Valerius Maximus Messalla, die in de eerste punische oorlog, na als consul (263 vC) Sicilië gedeeltelijk veroverd te hebben, → Hiëro II van Syracuse aan romeinse zijde bracht. Hij voerde ter herinnering aan de bevrijding van Messana als eerste het cognomen Messalla. Na zijn triomf liet hij zijn successen vastleggen in een schilderstuk op een muur van de Curia Hostilia. Tijdens zijn censuur (252) verwijderde hij 16 senatoren uit de senaat en degradeerde 400 equites.

Lit. F. Münzer (PRE 8 A, 123-125).

2. Marcus Valerius Messalla Niger (104-ca. 50 vC), een patriciër die bij Sulla in de gunst stond. Hij verdedigde Sextus → Roscius Amerinus (80) en bestreed als consul (61) Publius → Clodius. Tot driemaal toe (55, 53, 52) was hij interrex. Tijdens zijn censuur (55-54) normaliseerde hij de Tiber. Messalla stond bekend als redenaar en advocaat; hij was bevriend met Cicero, met wie hij in 54 Marcus → Aemilius (5) Scaurus verdedigde.

Lit. F. Münzer (PRE 8 A, 162-165).

3. Marcus Valerius Messalla Rufus (ca. 103-26vC), neef van Messalla (2) en evenals deze gunsteling van Sulla, wiens vrouw Valeria waarschijnlijk zijn zuster was en door wie hij augur werd (82), wat hij 55 jaar bleef. Na zijn consulaat (53) werd Messalla aangeklaagd wegens omkoperij, maar dank zij → Hortensius’ (2) verdediging vrijgesproken (51). Daar Pompeius hem gekwetst had, sloot hij zich aan bij Caesar, voor wie hij in de burgeroorlog vocht. Als diens legaat (48- 45) bezette hij o.a. Utica. Na Caesars dood wijdde Messalla zich uitsluitend aan de literatuur. Tot zijn werken, die door geleerden uit zijn tijd veel werden gelezen, behoorden verhandelingen De auspiciis en De familiis.

Lit. F. Münzer (PRE 8 A, 166-169).

4. Marcus Valerius Messalla Corvinus (64 vC-13 nC), zoon van Messalla (2), generaal en literator. Messalla studeerde te Athene en was aanvankelijk aanhanger van de senaatspartij, maar vluchtte na in 43 vogelvrij verklaard te zijn naar Brutus (2). Na de nederlaag bij Philippi (42), waar hij de rechtervleugel aanvoerde, gaf hij zich over aan Antonius (4), die hij naar Alexandrië vergezelde. Uit verontwaardiging over diens gedrag sloot hij zich later echter aan bij Octavianus, voor wie hij op Sicilië tegen Sextus Pompeius vocht (36). Ook streed hij als Octavianus’ legaat tegen de Illyriërs en de Salassiërs. Als collega van Octavianus in het consulaat leidde Messalla een deel van de vloot in de slag bij Actium (31). Tijdens zijn proconsulaat overwon hij de Aquitaniërs, vervolgens was hij stadhouder van Syrië. In 26 was hij de eerste praefectus urbi, maar na vijf dagen legde hij zijn functie weer neer. Reeds langer was hij augur, toen hij in 11 vC de eerste curator aquarum werd. In 2 vC deed Messalla als princeps senatus het voorstel aan Augustus de titel Pater Patriae te verlenen. In 13 nC stierf hij na een langdurige ziekte. Messalla was behalve soldaat en staatsman ook literator, wijsgeer en een van de grootste redenaars van zijn tijd. Verschillende grammaticale en stilistische verhandelingen en mémoires staan op zijn naam. Hij was beschermheer van een literaire kring en stond in contact o.a. met de dichters → Tibullus en Ovidius (zie Panegyricus Messallae).

Lit. Fragmenten bij H. Peter, Historicorum Romanorum Reliquiae 2 (Leipzig 1906) LXXVIII-LXXXIII; 65-67. H. Funaioli, Grammaticae Romanae Fragmenta 1 (Leipzig 1907) 503-507. H.

Malcovati, Oratorum Romanorum Fragmenta Liberae Reipublicae (Turijn 1955) 529-534. - R. Hanslik (PRE 8 A, 131-157). - R. Kuthan, De duabus Messallae expeditionibus (Praag 1923). J. Hammer, Prolegomena to an Edition of the Panegyricus Messallae (New York 1925). W. Schmitthenner, Augustus’ spanischer Feldzug und der Kampf um den Prinzipat (Historia 11, 1962, 29-85).

5. Marcus Valerius Messalla Messalinus (ca. 40 vC- ca. 22 nC), zoon van Messalla (4), maar als redenaar minder befaamd dan zijn vader. Zijn consulaat in 3 vC werd gevolgd door een stadhouderschap in Illyricum in 6 nC. Of hij aan de strijd van Tiberius tegen Maroboduus deelnam, wordt betwijfeld. Voor zijn successen tegen de Pannoniërs en Dalmatiërs ontving hij de ornamenta triumphalia. Onder Tiberius trad Messalla vaak op de voorgrond in de senaat. Tibullus (2, 5) bezingt zijn uitverkiezing tot XV vir sacris faciundis. Zijn vriend Ovidius richtte aan hem twee brieven uit Pontus (1, 7; 2, 2).

Lit. D. von Lunzer (PRE 8 A, 159-162).

6. Vipstanus Messalla, krijgstribuun in 69 nC. Hij was wellicht Tacitus’ bron voor de slag bij Cremona, waaraan Messalla onder Antonius Primus deelnam (Historiae 3, 25; 28). Tacitus laat Messalla ook in zijn Dialogus (15) optreden als verdediger van de klassieke wel-sprekendheid tegenover moderne stromingen. Messalla stierf jong.

Lit. R. Hanslik (PRE 9 A, 170-172). [A. J. Janssen]

< >