Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

MEMPHIS

betekenis & definitie

De hoofdstad van het egyptische Oude Rijk, was aanvankelijk een vesting die inb.w hd ’De Witte Muren’ heette. Toen de steden van de arbeiders en de priesters van de dodencultus, nabij de piramiden, tot aan de hoofdstad reikten, werd deze naar haar genoemd: tijdens de 9e en 10e dynastie naar de piramide van Teti, dd isw.t (Tty), onder het Middelrijk naar die van Pepi I, mn nfrw (Pypy) ’duurzaam in schoonheid (is Pepi)’.

Hierop gaan assyrisch Mempi, koptisch Memfe, Memfi en grieks Μεμφις terug. Toen de residentie onder het Nieuwe Rijk naar Thebe verlegd werd, vervulde Memphis voornamelijk een militaire rol als garnizoenstad, arsenaal en verblijfplaats van de opperbevelhebber. Dit had het aan zijn strategische ligging te danken, want wie Memphis bezat was meester van Egypte, zoals de latere veroveringen van de ’Ethiopiër’ Pianchi, van de Assyriërs en van de Perzen zouden bewijzen. Om die reden kwamen ook Thutmosis III en zijn opvolgers zich te Memphis vestigen toen zij in een oorlog met Syrië gewikkeld waren.Na de Amamatijd werd Memphis opnieuw officieel de hoofdstad, met een onderbreking onder Ramses II, die een eigen residentie, Per-Ramses, in het oosten van de Delta bouwde. Daarvoor liet hij vele beelden uit Memphis naar Tanis en elders overbrengen. Hijzelf en zijn opvolgers, de Ramessiden, verfraaiden evenwel de Ptahtempel te M. Sinds de 18e dynastie is Memphis een wereldstad, waar talrijke vreemdelingen vertoeven en vreemde, vooral syrische goden (Baal, Istar) vereerd worden.

In de ptolemaeische tijd is Memphis nog een religieus centrum. Hier worden de koningen naar egyptische trant gekroond en worden de priestersynoden gehouden (steen van → Rosette). Grieken, Cariërs (Helleno-, Caromemphieten), Pheniciërs en Joden bewonen er eigen wijken.

Na de verovering door de Arabieren dienden de ruïnes van de reeds lang vervallen stad voor het bouwen van Kairo. Memphis is nu tot een vlakte geworden met palmbossen en met, nabij het dorp Mit- Rahineh, de schaarse overblijfselen van de Ptahtempel (o.a. een albasten sfinx en een liggende kolos van Ramses II) en, ten noorden ervan, resten van de Witte Muur. Haar roem leeft voort in de nabijgelegen necropool, voornamelijk te Sakkara.

Lit. Porter/Moss 3, 216-227. H. Kees (PRE 15, 660-688). Helck/Otto 220-222. [Vergote]

< >