Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

MAXIMUS

betekenis & definitie

Oorspronkelijk lovend cognomen in de romeinse gentes Fabiae en Valeriae, later ook in andere gentes; tenslotte was Maximus een gewone eigennaam.

Vermelding verdienen:

1. Maximus van Tyrus, griekse retor uit de 2e eeuw nC, van wie 41 Διαλεξεις bewaard gebleven zijn, oppervlakkige voordrachten in een gekunstelde stijl over wijsgerige, vooral populair-ethische onderwerpen. Maximuswas enige tijd in Rome werkzaam, verbleef ook in Athene en schijnt veel gereisd te hebben. Hij blijkt goed belezen in de griekse literatuur, maar zijn filosofische lectuur bleef kennelijk beperkt tot Plato, van wie hij zich een volgeling noemt. Maximus is een typische vertegenwoordiger van de z.g. tweede sofistiek, vertoont echter nog minder diepgang dan zijn geestverwanten → Dio (2) Chrysostomus, Aristides (3) en de Philostrati.

Lit. Uitgave: H Hobein, Maximi Tyrii Philosophumena (Leipzig 1910). - W. Kroll/H. Hobein (PRE 14, 2555-2562). - G. Soury, Aperçus de philosophie religieuse chez Maxime de Tyr (Paris 1942).

2. Maximus, auteur van een bewaard gebleven astrologisch leerdicht Περι καταρχων (610 versregels), over het raadplegen van de sterren voordat men tot een bepaalde belangrijke handeling overgaat. Maximus leefde vermoedelijk in de 2e eeuw nC.

Lit. Uitgave: A. Ludwich, Maximi et Ammonis Carminum de actionum auspiciis reliquiae (Leipzig 1877) 1-50. - W. Kroll (PRE 14, 2573-2576).

3. Maximus van Ephese, neoplatoonse wijsgeer uit de 4e eeuw nC, leerling van Aedesius, die weer een leerling van → Iamblichus (2) van Chalcis was. Maximus volgde de neiging van zijn leermeester om theürgie en magie de voorrang te verlenen boven meditatie en beschouwing. Zijn bekendste leerling was keizer → Iulianus, tot wiens hofhouding hij ook een paar jaar behoorde; hij zou diens troonbestijging hebben voorspeld en de voorspoedige afloop van de perzische veldtocht. Na Iulianus’ dood genoot Maximus nog enige tijd de gunst van keizer Valens, maar in 364 werd hij in de gevangenis geworpen, door toedoen van Themistius weer vrijgelaten, doch tenslotte in 372 beschuldigd van medeplichtigheid aan een samenzwering tegen de keizer en terechtgesteld.

Lit. K. Praechter (PRE 14, 2563-2570). [Nuchelmans]

4. Magnus Clemens Maximus, westromeinse tegenkeizer van 383 tot 388, van eenvoudige spaanse afkomst. Maximus bevocht als legeraanvoerder in Britannia met succes de Picten en de Scoten. Nadat hij door zijn leger tot keizer was uitgeroepen, stak hij terstond over naar Gallië, waar de troepen van → Gratianus naar hem overliepen en Gratianus werd gedood. Sindsdien controleerde Maximus vanuit Trier Britannia, Gallia en Hispania, zodat → Theodosius I en Valentinianus II hem althans de facto moesten erkennen. In 387 overrompelde hij Italië; Valentinianus moest naar Theodosius vluchten, maar al spoedig werd Maximus door Theodosius verslagen (388) en in zijn nieuwe residentie terechtgesteld. Maximus, die een gelovig christen was, vervolgde ondanks de aansporing tot matiging door Martinus van Tours, → Priscillianus en diens volgelingen.

Lit. W. Ensslin (PRE 14, 2546-2555). - J. R. Palanque, L’empereur Maxime in A. Piganiol, Les empereurs romains d’Espagne (Paris 1965) 255-262.

Id., Roman Emperors from Spain. The Emperor Maximus (Classical Folia 22, 1968, 85-104). [A. J. Janssen]

5. Maximus , bisschop van Turijn, gestorven tussen 408 en 423 (Gennadius, De viris illustribus 40), is de auteur van ongeveer 100 preken in krachtige stijl, gehouden ter gelegenheid van liturgische feesten en heiligenfeesten en handelend over Schriftteksten. In deze preken, waarin de invloed van Ambrosius duidelijk te bespeuren is, verzet Maximus zich tegen pagane gebruiken. Ze weerspiegelen de catastrofen van zijn tijd.



Lit. Uitgaven
: MPL 57 (achterhaald). A. Mutzenbecher (CC 23). - P. Bongiovanni, San Massimo, vescovo di Torino e il pensiero teologico (Turijn 1952). O. Heggelbacher, Das Gesetz im Dienste des Evangeliums (Bamberg 1960). [Bartelink]

< >