Mausoleum (Μαυσσωλειον)
1. naam van het grote grafmonument dat koningin → Artemisia (2) van Carië in → Halicamassus liet oprichten voor haar in 353 vC overleden broer en gemaal Mausolus. De eerste tien regels van de s.v. Halicamassus opgenomen beschrijving van het Mausoleum zijn niet in de juiste volgorde afgedrukt; ze moeten als volgt gelezen worden.
Midden in de stad verhief zich het Mausoleum, dat door koningin Artemisia tussen 353 en 351 vC werd gebouwd om de nagedachtenis van haar voorganger, haar broer en gemaal Mausolus, te eren; misschien werd het eerst door → Ada, een andere zuster van Mausolus, ca. 330 vC voltooid. De bouwmeesters waren Pytheus en Satyrus. Op een fundament van enkele trappen lag de rechthoekige onderbouw (ca. 33 x 39 m), waarin de grafkamer was aangelegd; daarboven bevond zich een cella, omgeven door een kolonnade van 36 (9x11) ionische zuilen.
2. Vanaf de 1e eeuw vC was Mausoleum ook soortnaam en diende ter aanduiding van grafmonumenten die in omvang en pracht op dat van Mausolus geleken; in deze betekenis is het woord door de meeste moderne talen overgenomen. Uit het antieke Rome zijn het Mausoleum Augusti en het Mausoleum Hadriani het best bekend. Het eerstgenoemde liet keizer Augustus in 28 vC bouwen op het Marsveld, op de linker oever van de Tiber; het werd van 1934 tot 1938 vrijgelegd en gerestaureerd. Met Mausoleum of de Moles Hadriani, waaruit in de loop der eeuwen de tegenwoordige Engelenburch is ontstaan, verrees tussen 130 en 140 nC schuin tegenover dat van Augustus, op de rechter Tiber-oever. [Nuchelmans]