Matro (Ματρων) van Pitane, griekse auteur uit de 4e eeuw vC, die parodieën op epische poëzie schreef. In het vierde boek van zijn Δειπνοσοφισται (137-140) citeert Athenaeus van Matro 122 regels van een Δειπνον Αττικον (Attisch gastmaal) , elders nog een zestal passages.
Het Attisch gastmaal is opgebouwd uit verzen of versgedeelten die ontleend zijn aan het oude epos (zie cento); het begint met een variatie op de eerste regel van de Odysse: Δειπνα μοι εννεπε, Μουσα, πολυτραφα μια μαλα πολλα (Verhaal mij, Muze, van maaltijden, voedzame en zeer talrijke).Lit. Uitgave met commentaar bij P. Brandt, Corpusculum poesis epicae Graecae ludibundae 1. Parodorum epicorum Graecorum et Archestrati reliquiae (Leipzig 1888) 52-95 [Nuchelmans]