Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

MARTINUS

betekenis & definitie

Bisschop van Tours (geboren in 316/317 te Sabaria in Pannonië, tegenwoordig Szombathely in Hongarije, en gestorven in 397 te Tours) was zoon van een heidens officier. Na een opvoeding in Pavia ging hij als beroepsmilitair in het leger en diende naderhand bij de garderegimenten.

Reeds vroeg was hij catechumeen. Aanleiding tot zijn definitieve bekering was de beroemde scène dat Martinus een arme die hij ontmoette de helft van zijn mantel gaf: deze arme was volgens het verhaal Christus zelf die hem de volgende nacht verscheen. Martinus liet zich dopen. Na een tocht naar Pannonië, Milaan en Dlyricum voegde hij zich in 360 bij → Hilarius van Poitiers en stichtte te Ligugé een klooster, het eerste van Gallië. In 372 werd hij bisschop van Tours. Hij begunstigde het monnikenwezen en deed veel voor de bekering van het platteland. Grote invloed heeft zijn levensbeschrijving door → Sulpicius Severus gehad.Lit. Uitgaven van de Vita Martini door Sulpicius Severus: C. Halm (CSEL 1; Wien 1866). Met franse vertaling en commentaar: J. Fontaine SC 133-135 (Paris 1967-1969). - E. Ch. Babut, Saint Martin de Tours (Paris 1912; verwerpt de historische waarde van de Vita).

H. Delehaye, Saint Martin et Sulpice Sévère (AB 38, 1920, 5-136; tegen Babut). J. Costan- za, La leggenda di S. Martino nel medio evo (Palermo 1921). J. van den Bosch, Capa, basilica, monasterium et le culte de saint Martin de Tours (Latinitas Christianorum Primaeva 13; Nijmegen 1959).

J. Fontaine, Vérité et fiction dans la chronologie de la Vita Martini (Studia Anselmiana 46, 1961, 189-236). [Bartelink]

< >