Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

MACEDONISCH

betekenis & definitie

Taal van de antieke Macedoniërs, wel te onderscheiden van het moderne macedonisch, dat tot de zuidelijke groep van de Slavische talen behoort. Onze kennis van het antieke macedonisch beperkt zich tot enkele toponiemen en antroponiemen en een aantal glossen; we bezitten geen enkele samenhangende tekst.

Misschien hebben de Macedoniërs nooit in hun eigen taal geschreven, maar was hun schrijftaal reeds vroeg het grieks. Dit behoeft geen verwondering te wekken indien men bedenkt dat vanaf de 7e eeuw vC althans het macedonische vorstenhuis en de adel sterk onder griekse invloed stonden (alle koningen uit het huis der → Argeaden droegen griekse namen!).Over het karakter en de verwantschapsrelaties van het macedonisch bestaan zeer uiteenlopende hypothesen. Men is het er wel algemeen over eens dat het geen grieks dialect is; voor zover sommige woorden zich met griekse in verband laten brengen, ligt het voor de hand aan meer of minder geadapteerde ontleningen te denken. Veronderstelde of - in een enkel geval - aanwijsbare overeenkomsten met het illyrisch brengen het probleem niet dichter bij een oplossing zolang onze werkelijke kennis van het illyrisch zo gering is.

Lit. O. Hoffmann, Die Makedonen, ihre Sprache und ihr Volkstum (Göttingen 1906). J. N. KaUéris, Les anciens Macédoniens. Étude linguistique et historique 1 (Athene 1954).

A. P. Daskalakis, The Hellenism of the Ancient Macedonians (Saloniki 1965). [Nuchelmans]

< >