Leviathan (hebr. liwjatan, samenhangend met lwh, resp. arabisch lwj ’kronkelen’, LXX Λευιαθαν, Vg Leviathan), slangachtig zeemonster dat als chaos macht door JHWH in de oertijd werd bedwongen (Ps 74,14) of door JHWH geformeerd werd ’om ermee te spelen’ (Ps 104,26). In de eindtijd moet de
Leviathan opnieuw overwonnen worden (Js 27,1), hetgeen in de apocalyptische literatuur wordt uitgewerkt (Baba Bathra 74b; 1Hen 60,7,16; 4Ezr 6,49-52; 2Bar 29,3-8; vgl. Openb 12; 13;20,2v). In de → ugaritische teksten is ltn de draakachtige macht die door Baal werd bedwongen. Overigens komt de Leviathan in het OT ook voor zonder een mythologische connotatie (als ’krokodil’ in Job 3,8; 40,25).
Lit. O. Kaiser, Die myth. Bedeutung des Meeres in Ägypten, Ugarit und Israel (BZAW 78, Berlin 1959). J. Gray, The Legacy of Canaanz (Leiden 1965) 48. [Hoogewoud]