Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

LAMASSU

betekenis & definitie

Akkadische benaming voor een doorgaans vrouwelijk gedachte beschermgenius (vaak voorkomend naast de mannelijke sedu). De voortdurende begeleiding door en hulp van de lamassu en sedu vormen een telkens terugkerend thema in de akkadische gebeden en zegewensen; ook rekent men op de voorbede van de lamassu.

Lamassu is een veel voorkomend element in persoonsnamen, waarbij zowel het kind ’onze lamassu /lamassatum wordt genoemd, alsook goden van het predicaat ’mijn lamassum’ worden voorzien. Het woord duidt ook kleine godenbeelden en vooral votief-beeldjes aan, en wordt gebruikt voor nog niet geïdentificeerde figuren in de ikonographie. In de nieuw-assyrische tijd is het een der benamingen voor de stierkolossen met mensenhoofd, die de ingangen der paleizen bewaken. Men neemt aan dat het woord aanvankelijk een meer abstracte betekenis had: ’levenskracht’ (Von Soden), of: de manifestatie van iemands typische, vooral lichamelijke, gelukbrengende trekken (Oppenheim). Spoedig volgde een personificatie en hypostasering hiervan, waardoor lamassum een betekenis kreeg die vergelijkbaar is met ’engel’.

Lit.
W. von Soden, Die Schutzgenien Lamassu und Schedu in der babylonisch-assyrischen Literatur (Baghd. Mitt. 3, 1964, 148-156). A. L. Oppenheim, Ancient Mesopotamia (Chicago 1965) 199vv. [Veenhof]

< >