Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

KALEB

betekenis & definitie

Kaleb (hebr. kaleb = ’hundswütig’, LXX XaXéf), Vg Caleb) is de naam van:

1. de zoon van Jefunne, de Kenizziet, die namens de stam Juda behoorde tot de door Mozes uitgezonden verspieders (Nm 13). Evenals Jozua was hij niet geïmponeerd door de macht van de volken in het land Kanaan, omdat hij vertrouwde op de aan Mozes gegeven belofte (Nm 13,30; 14,6vv, vgl. Sir 46,7w). Hij maakte de intocht in het beloofde land mee (Nm 26,65; 32,12; 34,19; Dt 1,36) waarna hem werd toebedeeld (de streek rond) Hebron (Joz 14,6,13w; 15,13, vgl. 21,12v), in het gebied van de stam Juda, waarin de Kalebieten zijn opgegaan.
2. zoon van Chesron (1Kr 2,18w). [Hoogewoud]

< >