Jacobus van Nisibis (ook genoemd Jacob van Nisibis en waarschijnlijk in 338 gestorven), leefde eerst als kluizenaar, was confessor onder de vervolging van Maximianus en werd in 290 bisschop van Nisibis. Hij bouwde de ’grote kerk’ te Nisibis en een klooster in Bêt Kardû, waar hij resten van Noë’s ark zou hebben gevonden.
In 325 woonde Jacobus van Nisibis het concilie van Nicaea bij. Hij was leraar van Ephrem. Lit. Vita in Bibliotheca Orientalis 1, 17vv. - P. Peeters, La légende de S. Jacobus van Nisibis. (AB 1920, 285-373). [Bartelink]